Vissen naar visrechten deel 1

Om te mogen vissen met beroepsvistuig zoals fuiken en korven moet je je registreren als beroepsvisser. Dat kan niet zomaar. Een van de eisen waar je aan moet voldoen is het hebben van voldoende (lees 250 ha.) viswater. Deze eis is destijds ingesteld om een wild west op de grote rivieren in te dammen. Voor een startende beroepsvisser is bemachtigen va 250 ha. viswater bijna niet haalbaar. De visrechten op de grote wateren in mijn omgeving zoals de Zoetermeerse Plas en Vlietland zijn al verhuurd. Ik moet het dus hebben van de poldersloten.

Al sinds begin 2016 ga ik regelmatig langs bij de melkveehouders in de omgeving van Leidschendam en Zoetermeer met de vraag of ik de visrechten op de poldersloten en tochten mag “huren”. Bijna alle boeren bij wie ik ben langs geweest zijn positief. Sommige eerst wat twijfelend, want: wat houd het dan precies in dat vissen op rivierkreeft? Andere zijn meteen enthousiast en vinden het een mooi initiatief. De overeenkomst moet schriftelijk, dus moet ik vaak meer dan één keer langs. Al met al kost dit een hoop tijd. Maar het is wel leuk om te doen en je leert veel nieuwe mensen kennen.

Voor wat betreft de 250 ha. eis: Er gloort hoop. Onlangs ben ik gevraagd om mee te doen aan een project genaamd “Samenwerking vissers en wetenschap voor een gewaardeerde rivierkreeftenvisserij”. Onderdeel van het project is een driejarig onderzoek naar de effecten van rivierkreeftvisserij. In het kader van het project zal een groep van deskundigen samen met de belanghebbenden een adviesnota schrijven die aan het ministerie zal worden aangeboden. In deze nota wordt ook de aanpassing van de regelgeving (waardoor beroepsmatige kreeftenvisserij mogelijk wordt bij 50 hectare beheerd gebied) opgenomen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *